Voor al die blijkbaar de verkeersregels niet kennen.
STOP met fietsers en voetgangers voorrang te verlenen waar ze geen voorrang hebben, u hindert al het verkeer dat achter u rijd. De voorrangsregels gelden niet voor niets ook voor fietsers en voetgangers.
Ook voor de voetgangers en fietsers, jullie hebben NIET overal voorrang, ook al denken jullie van wel.
- Fietsoversteekplaats
- Zebrapad
- Kinderen jonger dan 10 jaar
- Voetgangers
- 12 verkeersregels die elke fietser moet kennen
Oversteekplaats fietsers
Aan een fietsoversteekplaats hebben fietsers geen voorrang
Autobestuurders moeten een oversteekplaats voor fietsers altijd met de nodige voorzichtigheid naderen, maar een fietser heeft er geen voorrang, ook niet als hij aanstalten maakt om over te steken. Dat is dus anders als bij een oversteekplaats voor voetgangers waarbij een voetganger wel voorrang heeft als hij aanstalten maakt om over te steken. Als een fietser zich echter al op de oversteekplaats voor fietsers bevindt moet een autobestuurder wel zo nodig stoppen om de fietser te laten doorrijden.
bron: VAB
Zebrapad
Niet verboden om erover te fietsen, maar geen voorrang
- Het is voor fietsers niet verboden om over een zebrapad te rijden of om op die plaats over te steken.
- Maar het is niet echt de bedoeling. Als je toch op een zebrapad al fietsend oversteekt, weet dan dat andere bestuurders fietsers geen voorrang hoeven te verlenen aan een zebrapad!
- Met fiets aan de hand = voetganger
- Als je afstapt en met je fiets aan de hand aan een zebrapad oversteekt, moeten bestuurders je wel voorrang verlenen om je veilig te laten oversteken.
- Want dan word je gelijkgesteld met een voetganger.
- Het is soms een goede en veilige keuze om op drukke of op gevaarlijke plaatsen ook als fietser gebruik te maken van het zebrapad om over te steken met je fiets aan de hand.
Kinderen jonger dan 10 jaar
- Kinderen jonger dan 10 jaar mogen in alle omstandigheden de voetpaden en verhoogde bermen gebruiken om op te fietsen.
- Een verkeersregel die jonge kinderen, die nog niet zo stuurvaardig zijn en soms nog moeite hebben met evenwicht, extra beschermt in het verkeer.
- Het is goed voor jonge kinderen om zo hun eerste fietservaring op te doen in het échte verkeer. Ze trainen hun vaardigheden en zelfvertrouwen op een veiligere plaats dan op de rijbaan.
- Ze mogen geen andere weggebruikers in gevaar brengen op het voetpad, zoals bv. voetgangers, voetgangers met kinderwagens of rolstoelgebruikers.
- Leer ze om goed te kijken en niet te snel te fietsen als ze op het voetpad rijden.
Voetgangers
Bestuurders (fietsers, automobilisten, motorrijders) mogen een zebrapad alleen met matige snelheid naderen. Voetgangers die zich op een zebrapad bevinden of op het punt staan via het zebrapad de straat over te steken, hebben voorrang. Wanneer er geen oversteekplaats in de buurt is, mag je als voetganger uiteraard wel de straat oversteken, maar in dat geval heb je geen voorrang op het verkeer in de straat! Wanneer het een punt met verkeerslichten betreft, volgt iedere weggebruiker uiteraard de verkeerslichten die op hem/haar van toepassing zijn. Het negeren van een rood verkeerslicht geldt voor iedere weggebruiker als een zware overtreding.
Voetgangers die het zebrapad gebruiken hebben voorrang op andere weggebruikers. Enkel trams hebben voorrang op voetgangers in zo’n geval. Loopt de oversteekplaats over een trambedding, dan moet je als voetganger extra uitkijken, want de tram heeft altijd voorrang, ook op voetgangers, zelfs op het zebrapad!
12 verkeersregels die elke fietser moet kennen
Vier op de tien Vlaamse fietsers zou de verkeersregels onvoldoende kennen. Dat blijkt uit een online onderzoek van VAB. De juristen van overtreding.be zetten enkele, minder bekende verkeersregels voor fietsers op een rijtje. Hoeveel ken jij er?
1. Oversteken
Volgens de wegcode ben je óf fietser óf voetganger. De twee tegelijk, dat kan niet. Aan een zebrapad moet je van je fiets stappen om voorrang te krijgen. Voorrang op zebrapaden is enkel voorbehouden aan voetgangers. Steek je al fietsend het zebrapad over, dan moet je dus zelf voorrang verlenen.
En daar is een goede reden voor. Een voetganger wandelt maximum 5 km/u. Als je het zebrapad nadert op je fiets, rijd je makkelijk vier keer zo snel. Een automobilist heeft dus een pak minder tijd om je op te merken en gepast te reageren. Hoe traag hij ook rijdt…
2. Een zebrapad is geen oversteekplaats voor fietsers.
Er is ook een verschil tussen een zebrapad en een oversteekplaats voor fietsers. Het eerste is een oversteekplaats voor voetgangers, het tweede een oversteekplaats voor – je raadt het al – fietsers.
Het verschil is niet louter semantisch. Voor voetgangers die wachten aan een zebrapad moeten auto’s verplicht stoppen. Voor fietsers moet dat niet. Meer nog, fietsers moeten zich voorzichtig op de oversteekplaats voor fietsers begeven en moeten rekening houden met naderende voertuigen.
De auto’s moeten je geen voorrang verlenen, tenzij je al op de oversteekplaats bent.
3. De voorrang van rechts is universeel.
Ook op fietsers zijn de voorrangsregels van toepassing. Ook fietsers moeten dus voorrang verlenen aan het verkeer dat van rechts komt.
Ook daar is een goede reden voor. Het verkeer is een kwestie van vertrouwen. Op een kruispunt met beperkt zicht moet je erop kunnen vertrouwen dat alle verkeer dat van links komt, je voorrang zal verlenen. Uiteindelijk rijd je een beetje blind. Daarom heeft de auto ook (maar ook de fietser) die van rechts komt voorrang.
Steekt de fietser de straat over over het fietspad, dan heeft deze voorrang.
4. Spookrijden
Een verplicht fietspad (aangegeven met verkeersbord D7) is precies dat wat het zegt. Een verplicht fietspad. Op een verplicht fietspad mag je doorgaans dan ook maar in 1 richting rijden.
De reden is andermaal kinderlijk eenvoudig: een automobilist weet dat hij voorrang moet verlenen aan de voetgangers, die van beide richtingen kunnen komen. Hij moet ook voorrang verlenen aan wie het fietspad volgt. Maar omdat fietsers veel sneller rijden dan voetgangers, mogen ze meestal maar in één richting over het fietspad.
5. Lichten zijn er niet enkel voor jou.
Zorg er voor dat je lichten behoorlijk werken en gebruik deze ook. Ook al moet je dan veel harder trappen. Ook al maakt je dynamo een verschrikkelijk geluid. Je licht (en zeker je achterlicht) dient namelijk niet alleen om de baan te verlichten, maar ook (en vooral) om gezien te worden. Zonder goede lichten ben je in het donker zo goed als onzichtbaar. Zelfs op plaatsen met openbare verlichting.
6. Snelheidslimieten
Ook fietsers moeten zich aan de snelheidslimieten houden. Nu zal je met de fiets niet snel meer dan 50 rijden in de bebouwde kom, maar er gelden ook nog andere snelheidsbeperkingen. Wist je dat je op een jaagpad maximaal 30 km/u mag. Net als op een verkeersdrempel. In een woonerf mag je maximaal 20 km/u. In een speelstraat mag je maximaal stapvoets rijden. Dat is ongeveer 5 km/u. In geen enkele van deze gevallen mag je voetgangers in gevaar brengen.
7. Inhalen
Zit je vast achter een andere, tragere fietser? Inhalen mag, maar wel conform de wegcode. Je mag dus niet inhalen wanneer de andere fietser bezig is een trage auto in te halen. Bovendien moet je zo snel mogelijk weer rechts kunnen invoegen.
8. Alcohol
Een avondje uit met de fiets? Pas op! Ook op de fiets gelden de alcohollimieten die gelden voor automobilisten. Wist je trouwens dat ook als fietser je rijbewijs kan worden ingetrokken?
9. Groepen fietsers
Groepen van 15 tot 50 wielertoeristen zijn niet verplicht de fietspaden te volgen. Ze mogen met twee naast elkaar op de rijbaan rijden. Op voorwaarde dat ze samen blijven.
10. Naast elkaar
In de bebouwde kom mogen fietsers maximaal met twee naast elkaar rijden. In geen enkel geval mag je de tegenliggers hinderen. Buiten de bebouwde kom moeten fietsers achter elkaar rijden zodra er een achterligger nadert.
11. Verboden rijrichting
Let goed op de borden in een enkelrichtingstraat. Ook fietsers mogen in de straat maar in 1 enkele richting rijden. Tenzij een onderbord dat uitdrukkelijk toelaat. Opgelet, want de boete bedraagt 165 EUR.
12. Varia
Fietsers moeten ook altijd hun stuur vasthouden en hun voeten op de pedalen houden. Ze mogen zich niet laten voorttrekken en niemand achterop nemen. Ook je hond uitlaten terwijl je zelf op de fiets zit, is verboden. Wil je afslaan, dan moet je – indien mogelijk – je arm gebruiken. Voor elke van deze laatste overtredingen bedraagt de boete 55 EUR.
Bron: overtreding.be